
oríste óf parakaló
Wanneer zeg je oríste en wanneer zeg je parakaló?
Wanneer zeg je oríste en wanneer zeg je parakaló?
Oefen de bepaalde lidwoorden en de naamvallen.
Dit is een oefening voor A2 niveau om te oefenen met het maken van zinnen. In welke volgorde moeten de woorden staan om een goede Griekse zin te maken? Herken je de woorden en herken je de betekenis van de zin?
Oefen de verschillende meervoudsvormen in dit spel. Let vooral op het geslacht en op de uitgang van het zelfstandig naamwoord.
In Griekenland worden er voortdurend mooie wensen geuit. Voor iedere gelegenheid is er een wens. Daarvoor wordt vaak het bijvoeglijk naamwoord καλός gebruikt. Aangezien dit bijvoeglijk naamwoord verandert met het bijbehorende zelfstandig naamwoord, is de vorm telkens anders. In dit spel oefen je met de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Oefen de Griekse naamvallen met dit spel. Herken de lidwoorden en de uitgangen en kies welke naamval je ziet.
Oefenen met de aoristos en de daarvan afgeleide vormen van de korte toekomende tijd en de aanvoegende wijs. Bij welk hoofdwerkwoord horen ze?
Woordenzoeker
Zoek de 12 Griekse woorden die over het weer gaan in de woordenzoeker. De woorden staan horizontaal en verticaal.
Alle woorden staan in het Nederlands erbij vermeld.
Anagram met 20 namen van Griekse gerechten en groenten
De woorden staan door elkaar gehusseld. Zet de letters in de juiste volgorde.
Hoe begin je nu met Grieks leren en hoe pak je het aan?
Ik heb een stappenplan gemaakt en een routekaart.
Recente reacties